Het installatie- en apparatuurrek moet zo worden geconfigureerd dat er voldoende ventilatieluchtstroomruimte rond de zijkanten en achterkant van de versterker ontstaat.
Er moet te allen tijde een ventilatieluchtstroomruimte van minimaal 25 mm worden aangehouden langs ten minste één zijde van de versterker. Ventilatieopeningen bevinden zich eveneens op het achterpaneel van de versterker en mogen niet worden geblokkeerd. Het is belangrijk om minimaal 80 mm vrije ruimte vrij te houden voor de luchtstroom achter het achterpaneel van de versterker.
Fysieke kenmerken | |
Kleur | Zwart |